Missies met moeilijkheden

Missies met moeilijkheden

De Britse luchtmacht voerde bijna elke dag van de Tweede Wereldoorlog vluchten uit boven het Europese vasteland. De bemanning kreeg dan een opdracht mee: een fotoverkenning uitvoeren van een vliegveld, aanvallen op schepen, een aantal bommen afwerpen boven een industrieterrein. Dit klinkt simpel, maar bleek in de realiteit soms toch moeilijker dan gedacht. Behalve vijandige vliegtuigen die plots opdoken, navigatiefouten en luchtafweer speelden er nog vele andere factoren een rol in het slagen of mislukken van de missie.

Het weer als spelbreker

Een rij Britse dummy tanks in de Westelijke Woestijn van Egypte, 1942

Op 28 september 1940 voerden enkele vliegtuigen van het Britse Coastal Command fotoverkenningsvluchten uit boven Nederland. Belangrijke infrastructuur zoals havens en vliegvelden waren populaire onderwerpen, maar die dag belemmerde een dik wolkenpak het zicht. Het vliegveld van Waalhaven bij Rotterdam bijvoorbeeld werd gedeeltelijk door wolken bedekt, wat slechte foto’s zou opleveren. Diezelfde avond stegen er nog enkele Albacore torpedobommenwerpers op die vroegtijdig naar de basis moesten terugkeren – door het slechte weer konden ze hun doelen niet vinden. Al was het tegengestelde soms ook waar. Een paar nachten eerder rapporteerde de piloot van een Britse Blenheim bommenwerper dat hij zijn doel bij Den Helder gemakkelijk had gelokaliseerd dankzij het heldere maanlicht.

Maar niet alleen het typische wisselvallige Hollandse weer kon de vliegtuigen roet in het eten gooien. In de avond van 27 september 1940 stegen drie Blenheims op om de torpedowerkplaats bij Den Helder aan te vallen. Een van de piloten kon het doel niet vinden en viel als vervanging het marinevliegkamp Mok-baai bij Texel aan. Een tweede Blenheim keerde al snel na het opstijgen terug omdat de landingskleppen niet naar behoren werkten. Het derde toestel rapporteerde dan weer dat het zijn bommenlast had afgeworpen boven de zee toen de piloot de selectieschakelaars controleerde. Naast de veel voorkomende technische mankementen waar de tweede Blenheim mee te maken kreeg, kwam ook de zogenaamde ‘finger trouble’ van de derde Blenheim vaak voor. Hierbij werd dan bijvoorbeeld een foute schakelaar omgezet.

Rook en spiegels

Het geraamte van een Britse dummy Sherman tank, 1944

En dan waren er ook nog bewuste maatregelen die de Duitse verdedigers konden ingevoerd, zoals camouflage van militaire infrastructuur. Maar men ging aan beide kanten nog een stap verder. Omdat vliegvelden een geliefd doelwit waren voor luchtaanvallen, zette men in op het aanleggen van zogenaamde dummy’s of decoys. Kilometers verwijderd van het echte vliegveld werd er een nep vliegveld aangelegd, vaak compleet met gebouwen en baanverlichting. Soms bouwde men zelfs namaakvliegtuigen die uitgerust waren met lichtjes en konden bewegen via rails. Het vliegveld van Soesterberg kreeg van de Duitse Luftwaffe bijvoorbeeld twee dummy’s: één bij Woudenberg (SF21) en één bij Veldhuizen (SF18).

Als de vliegtuigen dan toch hun doelwit vonden, konden zoeklichten of lichtfakkels nog voor een laatste moeilijkheid zorgen. In de nacht van 30 september op 1 oktober 1940 wierp een Britse Swordfish torpedobommenwerper zijn projectielen af bij de Rotterdamse Droogdok Mij en Waalhaven. Door verblindende lichtfakkels die vanaf de grond afgestoken werden, kon de piloot echter niet zien of ze goed neergekomen waren. Een tweede Swordfish slaagde er door zoeklichtverblinding zelfs niet in om het doelwit te lokaliseren. Het gebeurde ook wel dat een zoeklicht nu net een gemakkelijk doelwit werd. Aan de grond werden de lichten namelijk bediend door soldaten. Zo slaagde een Bristol Beaufort bommenwerper er op 15 september 1940 nog in om bij IJmuiden een zoeklicht van zich af te werpen door langs de straal omlaag te vuren. Het licht werd prompt gedoofd.

In het nauw

Hoeveel procent van de bombardementen daadwerkelijk op de beoogde doelen hebben plaatsgevonden, is niet bekend. Wel staat vast dat vooral in 1940-1941 – Groot-Brittannië was door Duitsland in het nauw gedreven – veel missies mislukten. Niet alleen de slechte weersomstandigheden, goed getrainde Duitse FLAK-bemanningen, onervarenheid van de vliegtuigbemanningen en hun geringe (geografische) kennis van Nederland, maar ook de verouderde, trage en slecht bewapende toestellen van de RAF zorgden voor talloze mislukte missies en veel verliezen onder de vliegers.

Twee Duitse soldaten bemannen een zoeklicht, 1943

 

Bent u een projectontwikkelaar of van een  gemeente en wilt u graag weten wat er zich in uw projectgebied afspeelde tijdens de Tweede Wereldoorlog? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.

Foto’s afkomstig van Wikipedia. Tekst: Kimberley Eeftink MA, Bombs Away B.V

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *