Blindganger in Rotterdam na 83 jaar geruimd
Op donderdag 30 mei was het dan eindelijk zover: de blindganger in Rotterdam, die al 83 jaar onder een woning aan de Claes de Vrieselaan in Rotterdam lag, werd eindelijk geruimd. De Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) rukt zo’n 2.500 keer per jaar uit om ontplofbare oorlogsresten uit de Tweede Wereldoorlog te identificeren en onschadelijk te maken. Desondanks was het ruimen van de blindganger in Rotterdam zelfs voor de meest ervaren EODD’ers een unieke klus.
Afbeelding via Defensiekrant
Achtergrond van de blindganger in Rotterdam
Op 3 oktober 1941 voerden 103 bommenwerpers van de Britse Royal Air Force een aanval uit op het toen al zwaar beschadigde Rotterdam. Daarbij werden 250 brisantbommen en 3.600 brandbommen afgeworpen. Hoewel de havens het doelwit waren, kwamen er meerdere uit koers geraakte bommen in de woonwijken terecht. Ongeveer tien tot vijftien procent van de afgeworpen bommen ontplofte niet – door technische mankementen, productiefouten of simpelweg doordat ze net in een verkeerde hoek terechtkwamen. De blindganger aan de Claes de Vrieselaan was dwars door een woning heen gegaan. Omdat hij diep in het grondwater terecht was gekomen, werd destijds besloten het gat vol te storten met beton en de vloer en het dak van de woning te repareren. De jaren verstreken en op een gegeven moment wist niemand meer dat er nog een bom onder de woning lag.
Vergunningsaanvraag voor funderingsherstel
Pas toen bewoners van de Claes de Vrieselaan in 2015 een vergunningsaanvraag deden om de funderingen in de straat te laten herstellen, kwam naar boven dat er op nummer 27 een blindganger uit de Tweede Wereldoorlog onder het huis lag. Men wist niet of het om een 250 of 500 ponder ging, maar één ding was zeker: zouden er direct funderingswerkzaamheden starten, dan kon de blindganger door de trillingen ontploffen. Gelukkig werden er wel vooronderzoeken en risicoanalyses uitgevoerd. Uiteindelijk kwam men tot de conclusie dat ruiming van de blindganger noodzakelijk was – en om dat mogelijk te maken moesten de panden op nummer 25, 27 en 29 gesloopt worden.
Sloop van de woningen
Het kostte de gemeente zeven jaar tijd om de bewoners uit te kopen. Eind 2023 werden de woningen gesloopt en de afgelopen werd de bouwput beveiligd en verstevigd met damwanden, waarna de grond stukje bij beetje verder werd afgegraven. De gevels van de omliggende gebouwen werden voor de zekerheid gestut met speciale constructies.
Ruiming en detonatie
De laatste meter grond werd met de hand weg geschept. De restanten van de bomstaart, die in slechte staart bleek, werden vorige week verwijdert. Op 30 mei was het dan eindelijk zover en kon de bom zelf geruimd worden.De bewoners in de wijk moesten om acht uur ’s ochtends hun woning uit zijn, waarna er groen licht werd gegeven. Voor de ruiming van de bom zelf werd, omdat men niet wist om welke ontsteker en gewichtsklasse het ging, uitgegaan van het worst case scenario. Nadat de blindganger was uitgegraven en schoongemaakt, bleek dat het om een 250 ponder ging. De ontsteker kon er vanwege explosiegevaar niet zomaar uitgedraaid worden, en werd daarom met een watersnij-installatie uit de bodemplaat van de brisantbom gesneden. Vervolgens werd de blindganger omhoog getakeld en in de vrachtwagen van de EODD gehesen. Om te voorkomen dat de vrachtwagen in het verkeer vast zou komen te staan, werden wegen afgezet en is men onder politiebegeleiding naar de Tweede Maasvlakte gereden. Daar mocht Jan Booister, de bewoner van nummer 27 die jarenlang nietsvermoedend praktisch boven op de bom had geslapen, uiteindelijk op de rode knop drukken. Met de woorden “Nou, daar ga je, kreng!” werd de blindganger tot ontploffing gebracht – op een steenworp afstand van waar hij 83 jaar geleden eigenlijk had moeten neerkomen.