Afbeelding boven: Amerikaanse troepen van 2d Battalion, 26th Infantry in Aken. Bron: Wikimedia.
De Slag om Aken
Tachtig jaar geleden was de Slag om Aken in volle gang. Tussen 2 en 21 oktober 1944 streden zo’n 100.000 Amerikaanse en 18.000 Duitse troepen om de eerste grote Duitse stad waar de Amerikanen na de invasie van Normandië in juni 1944 arriveerden.
De slag om een gevoelsmatig belangrijke stad
Aken is de stad van Karel de Grote, de stad van vele kroningen en de geboortestad van het Heilig Roomse Rijk, en voor sommigen van de nazi’s ook de geboortestad van het Derde Rijk. Genoeg reden voor Hitler om opdracht te geven de stad kostte wat het kost te behouden. De Amerikaanse commandanten wisten dit, en twijfelden om de stad binnen te vallen uit angst voor straatgevechten. In plaats daarvan werd ervoor gekozen de stad te omsingelen en de Duitse troepen in de stad af te snijden van alle mogelijke hulp. Uiteindelijk werd besloten toch de stad binnen te vallen, en op 11 oktober 1944 trokken de Amerikaanse troepen de buitenwijken van Aken binnen. Er volgden zware en bloederige dagen. De Duitse troepen in de stad hadden het zwaar. Na een maand belegering waren de voorraden op, en moest er regenwater gedronken worden omdat de watervoorziening door de gevechten uitgeschakeld was. Op 18 oktober werd door de Amerikanen een ultimatum gegeven voor de Duitse troepen om de stad te verlaten, maar hier werd geen gehoor aan gegeven. Als gevolg daarvan bombardeerde de Amerikaanse luchtmacht de stad. In de stad vonden nu inderdaad de gevreesde straatgevechten plaats. Voortgang werd gemeten aan de hand van het aantal veroverde huizen. Op 21 oktober werd het centrum van Aken bereikt door de Amerikaanse troepen, en gaven de laatste Duitse troepen zich over. Aken was nu de eerste ingenomen Duitse stad.
Nasleep
De angst van de Amerikaanse bevelhebbers was uitgekomen, er hadden heftige straatgevechten plaatsgevonden. De verliezen waren dan ook groot. Aan Amerikaanse zijde waren circa 2000 militairen omgekomen en nog eens 5000 militairen waren op andere wijze uitgeschakeld. De Duitse troepen verloren circa 5000 man, en nog eens 5600 waren krijgsgevangen gemaakt. Het hevige Duitse verzet had bovendien de opmars de rest van Duitsland in flink vertraagd. Met de val van Aken leek de deur echter open te staan, de Siegfriedlinie was immers doorbroken. Het einde van de strijd om Duitsland was echter nog lang niet in zicht. De volgende grote slag stond al voor de deur: de Slag om het Hürtgenwald. Deze slag begon op 19 september 1944, en zou nog zwaarder en bloederiger worden dan de Slag om Aken.
Weerwolven
In Aken moest het leven weer worden opgepakt. De meeste burgers waren de stad ontvlucht voordat de strijd begon. Na de slag kwam men terug naar de stad. Aken kreeg als eerste stad een gedenazificeerd bestuur onder leiding van de pro-geallieerde burgemeester Franz Oppenhoff. Op 25 maar 1945 werd hij echter vermoord door een door Heinrich Himmler opgerichte SS-moordcommando, genaamd Werwolf. Deze weerwolven waren in 1944 door Joseph Goebbels opgericht, en waren een soort elitetroepen. De weerwolven werden gelinkt aan meerdere aanslagen, maar voor de meeste was weinig bewijs. Ondanks deze vrij beperkte dreiging werden door de Sovjet-overheid in de latere DDR veel, vaak onschuldige, jongeren opgepakt die zogenaamd bij de Weerwolven betrokken waren. Velen van hen zouden hun gevangenschap niet overleven.
Door Lisette van Wingerden