Afbeelding boven: De R.C.T. “OSTRO”. Bron: Wikimedia.
De Slag om het Esperokonvooi
Op 28 juni 1940, vijfentachtig jaar geleden, vond ten zuidwesten van Kreta de Slag om het Esperokonvooi plaats. De slag werd uitgevochten tussen de Italiaanse en Britse marine, en eindigde in een Britse overwinning.
De Italiaanse vloot, die uit drie torpedobootjagers bestond, was onderweg van Tarente naar Tobroek met aan boord een antitankeenheid. De drie schepen waren de Espero, de Zeffiro en de Ostro. Reden voor deze verplaatsing van de antitankeenheid was de Italiaanse angst voor een Britse aanval vanuit Egypte op Cyrenaica. De eenheid die naar de havenstad Tobroek vervoerd werd om deze eventuele aanval op te vangen bestond uit tien pantserafweerkanonnen, 120 ton munitie en 162 militairen. De Italianen waren echter niet de enige die op dat moment over dit deel van de Middellandse Zee voeren. Drie geallieerde konvooien, geëscorteerd door zeven kruisers en zestien torpedobootjagers voeren eveneens in dit gedeelte van de Middellandse Zee. Deze konvooien werden daarnaast ook begeleid door verkenningsvliegtuigen. Twee geallieerde watervliegtuigen namen om 12.10 uur de drie Italiaanse torpedobootjagers waar, en informeerden de konvooien. Vijf geallieerde kruisers probeerden hierna om de torpedobootjagers te onderscheppen.

Afbeelding boven: De HMS Orion. Bron: Wikimedia.
Om 18.30 uur verrasten de kruisers op zestien kilometer afstand de Italiaanse boten met schoten van hun 6 inch kanonnen. De Italiaanse bevelhebber kapitein Enrico Baroni wist dat het een hopeloze zaak was voor de drie torpedobootjagers. Hij probeerde met het vlaggenschip Espero via rookgordijnen de andere schepen te dekken en de kruisers af te schudden. De Espero bleef uiteindelijk achter om de bij voorbaat verloren strijd met de Britse schepen aan te gaan, terwijl de Zeffiro en de Ostro zo snel ze konden naar het zuidwesten voeren. De Britse schepen stopten de achtervolging al vrij snel, waardoor deze twee schepen uiteindelijk Tobroek zouden bereiken.
De Espero had dat geluk niet. Om 19.20 uur werd vanaf 12,8 kilometer een salvo verschoten dat de Espero raakte. Het koste de Britse vloot 5.000 granaten en twee uur en tien minuten om het schip tot zinken te brengen. Pas het vijftiende verschoten salvo was raak geweest. Andersom werd één Britse kruiser door een 120 mm granaat geraakt, wat voor lichte schade zorgde. Aan Italiaanse kant vielen daarnaast tussen de 150 en 180 doden, velen daarvan, waaronder kapitein Baroni, werden nooit teruggevonden. Overlevende vertelden verschillende verhalen over Baroni. Sommige zeiden dat hij bij een explosie op de brug omkwam. Anderen vertelden dat hij die explosie overleefde, maar besloot dat hij met het schip ten onder wilde gaan. Door de vele verschoten munitie ontstond aan Britse zijde een munitietekort. Geplande konvooien vanuit Malta werden hierdoor met twee weken uitgesteld.
Door Lisette van Wingerden