De overgave van vesting Holland
Op 15 mei 1940, vandaag 84 jaar geleden, tekende de Nederlandse generaal Henri Winkelman de capitulatie van de Nederlandse strijdkrachten in de lagere school in Rijsoord (bij Rotterdam). Hij scheen bij de ondertekening het volgende gezegd te hebben: “Wij sluiten geen vrede, wij zetten de oorlog door”. De capitulatie gold namelijk niet voor heel Nederland; zo werd in Zeeland de strijd nog enkele dagen voortgezet aangezien hier naast Nederlandse troepen ook Franse troepen actief waren.
De Duitse inval
Op 10 mei 1940 om 03.55 uur begon de Duitse aanval op Nederland. Zes pantsertreinen overschreden de Nederlandse grenzen en tegelijkertijd vlogen er verschillende eskaders vliegtuigen van de Luftwaffe over. Langs de grens met Duitsland verschenen Duitse militairen en Nederlandse NSB’ers in Nederlandse Marechaussee uniformen in een poging om de bruggen over de rivieren en kanalen met een list in handen te krijgen. De inname van de bruggen verliep met wisselend succes. Zo lukte het bijvoorbeeld niet om alle bruggen over het Maas-Waalkanaal, een kanaal op korte afstand van de Duitse grens, te laten springen. Bij Heumen ging het mis en er braken flinke gevechten uit. De bruggen over de Maas werden in de meeste gevallen wel op tijd tot springen gebracht. Bij Gennep was dit echter niet het geval en stonden de Duitse troepen bij Mill al binnen een uur achter de tweede verdedigingslinie genaamd de Peel-Raamstelling. Bij Dordrecht, Rotterdam, Moerdijk en Den Haag waren ondertussen Duitse parachutisten geland. Dit leidde eveneens tot hevige gevechten rondom deze steden (zie voor een uitgebreide beschrijving van de Slag om Den Haag de blog van vorige week).
Het bombardement op Rotterdam
Hoewel de Grebbelinie door de Duitse troepen werd doorbroken op 13 mei 1940 bleek Adolf Hitler ontevreden te zijn over het verloop van de Duitse invasie in Nederland. Het Nederlandse verzet had sneller gebroken moeten geworden zodat de volledige focus op de strijd in Noord-Frankrijk verlegd kon worden. Er werd daarom op 14 mei 1940 onderhandeld tussen kolonel Pieter Scharroo, bevelhebber van Rotterdam, en de Duitse General Rudolf Schmidt van Generalkommando XXXIX. Armeekorps (mot.) over de overgave van Rotterdam. Scharroo weigerde het eerste ultimatum te ondertekenen en noemde het een ‘vodje papier’. Militair gezien was er voor Nederland ook nog geen reden om te capituleren bij Rotterdam. Om tijd te winnen diende Scharroo een verzoek in voor een beter geformuleerd ultimatum. Schmidt besloot hierop de geplande artillerieaanval van 13.00 uur uit te stellen en liet opdracht geven aan Kampfgeschwader 54 om het bombardement op Rotterdam uit te stellen. Dit eskader bleek echter al te zijn opgestegen en de rode lichtkogels die werden afgevuurd toen besloten was dat het bombardement geen doorgang meer zou vinden werden niet door alle vliegtuigen gezien. In minder dan een kwartier werd tussen 13.27 uur en 13.40 uur bijna de gehele historische binnenstad van Rotterdam vernietigd. Diezelfde dag ondertekende Scharroo de overgave van Rotterdam. De dreiging dat ook andere steden zoals Utrecht of Amsterdam op dezelfde wijze met de grond gelijk gemaakt zouden worden was voor generaal Winkelman de reden om de capitulatie van Nederland op 15 mei 1940 te ondertekenen.
Het einde van de strijd
Zeeland was uitgezonderd geweest van het capitulatiedocument dat Winkelman had ondertekend. In Zeeland waren op dat moment nog een groot aantal Franse troepen aanwezig en Winkelman verklaarde hier geen controle over te hebben. Er werd daarom op 15 mei 1940 nog verder gevochten door Franse en Nederlandse troepen. De strijdlust van de Nederlandse soldaten bleek echter laag te zijn vanwege de gedemoraliseerde terugtrekkende troepen die uit elders van het land naar Zeeland waren getrokken. Hierdoor verliep de terugtrekking relatief snel en lukte het de Duitse eenheden om op te rukken richting de Sloedam, een dam die zich tussen Zuid-Beveland en Walcheren bevond. Twee dagen later vond er op 17 mei 1940 een ‘bombardement’ op Middelburg plaats waarbij er grote brand ontstond in de stad. Het is onduidelijk of enkel Franse en Duitse artilleriegranaten brand hadden veroorzaakt of dat er mogelijk Duitse vliegtuigbommen werden afgeworpen boven Middelburg. Niettemin zorgde de grote brand in Middelburg ervoor dat de Nederlandse troepen op Walcheren en Zuid-Beveland zich overgaven. Zeeuws-Vlaanderen was op dat moment nog niet in Duitse handen. Dit gebeurde pas 27 mei 1940. Hiermee was Nederland geheel onder Duitse bezetting gekomen.
Door Marieke de Klein