De Slag om Den Haag (10 mei 1940)
Rond 03.00 uur in de nacht van 9 op 10 mei 1940 waren Duitse vliegtuigen over Den Haag richting Engeland gevlogen, iets wat in de voorgaande weken vaker was gebeurd. Dit keer was Engeland echter niet het beoogde doelwit van de toestellen. Kort voor 04.00 uur draaiden de vliegers boven de Noordzee om, en om 04.00 uur begon de Duitse aanval op Den Haag met een serie tactische bombardementen. Onder meer de Nieuwe Alexanderkazerne aan de Van Alkemadelaan en Kamp Waalsdorp werden geraakt. Direct hierna landden Duitse parachutisten rond Den Haag.
Slag om de vliegvelden
De Slag om Den Haag was de eerste grootschalige, en tevens mislukte, luchtlandingsoperatie in de krijgsgeschiedenis. Het plan was om Duitse parachutisten rond de vliegvelden Ypenburg, Ockenburg en Valkenburg neer te laten komen, Den Haag binnen te vallen en de Nederlandse koningin, de regering en het militair opperbevel gevangen te nemen om zo een snelle capitulatie af te dwingen. Door onverwacht sterke tegenstand vanaf de grond en door wat coördinaatfouten kwamen de luchtlandingstroepen echter verspreid over de omgeving van Den Haag terecht. Op vliegveld Valkenburg kwam daar nog bij dat de grasmat te zacht was, waardoor landende Duitse Junker Ju 52 transportvliegtuigen vast kwamen te zitten en niet meer konden opstijgen. Dit zorgde ervoor dat die vliegtuigen, met iedereen die aan boord was, levende schietschijven waren voor de Nederlandse verdediging. Ook blokkeerden deze toestellen het vliegveld voor andere vliegtuigen die wilden landen, waardoor niet de gehele troepenmacht die op Valkenburg moest zijn zich in de strijd kon mengen. Toch lukte het de Duitse troepen in eerste instantie wel de vliegvelden te bezetten, maar dit duurde niet lang. Door met name de snelle reacties van lokale commandanten vielen Nederlandse eenheden de vliegvelden aan, en wisten deze nog op 10 mei weer in handen te krijgen. Dit begon met een aanval op vliegveld Ypenburg, waarbij Nederlandse troepen met van Duitse militairen buitgemaakt geschut het vliegveld in brand schoten. Hierdoor werden de Duitse troepen gedwongen zich terug te trekken. Hierbij kwamen enkele Nederlandse militairen die krijgsgevangen gemaakt waren en vastzaten op Ypenburg om het leven. Vliegveld Ockenburg werd door het Nederlandse Luchtvaartregiment gebombardeerd, waarna het door infanterie-eenheden werd bestormd. Ook hier moesten de Duitse troepen zich terugtrekken.
De nasleep
Naast de herinname van de vliegvelden wist het Nederlands leger ook te voorkomen dat Duitse troepen richting Den Haag konden trekken, en daarmee werd de Duitse doelstelling niet gehaald. De verliezen aan Nederlandse zijde waren echter enorm: Bij de pogingen om Duitse troepen in de omgeving van de vliegvelden te verdrijven kwamen veel Nederlandse militairen om het leven. Tegelijkertijd leden de luchtstrijdkrachten tijdens luchtgevechten boven de stad verliezen, zoals de Fokker T-V waarmee B. Swagerman een bombardementsvlucht op Ockenburg uitvoerde. Een Duitse jager kreeg het toestel boven zee te pakken. Swagerman was de enige overlevende (hij sneuvelde op 13 mei bij Ridderkerk, deze crash zal in de blogpost van 13 mei worden beschreven). In totaal kwamen in en rond Den Haag tussen de 500 en 600 Nederlandse militairen om het leven. Dit is ongeveer een kwart van alle gesneuvelden tussen 10 en 17 mei 1940. Aan Duitse zijde sneuvelden tussen de 134 en 400 militairen, er werden er (volgens Nederlandse bronnen) 1745 Duitse krijgsgevangenen gemaakt, die voor een groot deel naar Engeland werden gevaren en afgevoerd. Het is lastig om te zeggen wat precies de gevolgen van deze niet geheel gelukte luchtlandingsoperatie waren voor het verloop van de Tweede Wereldoorlog. Wel lijkt het erop dat de mislukking rond Den Haag ervoor zorgde dat Hitler zijn interesse in luchtlandingsoperaties verloor. Het werd alleen nog ingezet bij de Duitse aanval op Kreta in 1941, omdat daar geen andere mogelijkheden voor een invasie waren.
Door Lisette van Wingerden