Afbeelding boven: Hotel Britannia na de gevechten in november 1944. Bron: Beeldnummer 74798, geraadpleegd via beeldbankwo2.nl.
De Strijd om Walcheren begint
Op 1 november 1944 begint de laatste fase van de Slag om de Schelde. De geallieerde invasie van Walcheren om de monding van de Westerschelde te openen en toegang te krijgen tot de haven van Antwerpen is van groot strategisch belang. Op Walcheren willen de Duitse troepen zich echter niet zomaar gewonnen geven…
Een invasie op drie fronten
De strijd om Walcheren werd gestreden op drie fronten, genaamd operatie Infatuate I, Infatuate II en No Name. Operatie No Name hield een aanval via de Sloedam op Zuid-Beveland in. De twee andere operaties, Infatuate I en Infatuate II, werden aan de hand van amfibische landingen in gang gezet. Deel I werd een landing vanaf de overzijde van de Westerschelde, namelijk Breskens, richting Vlissingen in gang gezet. Deel II zou vanuit zee, Oostende in de richting van Westkapelle tot uitvoer worden gebracht. De uitvoer van deze operatie zou betekenen dat dit enige operatie was afgezien van Operatie Overlord (D-Day) waarbij de Atlantikwall werd doorgebroken. De inname van Walcheren was van essentieel belang om de haven van Antwerpen eindelijk vrij te kunnen maken om zo korte metten te kunnen maken met de aanvoerproblemen waarmee geallieerden mee te kampen hadden gehad sinds september 1944.
Slag om de Sloedam
Afgezien van Walcheren was het gebied rondom de Westerschelde op 31 oktober 1944 inmiddels in geallieerde handen gevallen. De 2nd Canadian Infantry Division was vanuit Noord-Brabant Zuid-Beveland ingetrokken en marcheerde op 31 oktober 1944 richting de Sloedam. De Sloedam was een dam van 40 meter breed en 800 meter lang die Walcheren en Zuid-Beveland met elkaar verbond. Verschillende compagnieën van de The Black Watch (Royal Highland Regiment) of Canada en Calgary Highlanders probeerden de dam in te nemen maar dit kwam hen telkens op grote verliezen te staan. Duitse troepen voerden herhaaldelijk zware tegenaanvallen uit. Op 3 november 1944 werd er daarom in plaats van een oversteek over land een oversteek met aanvalsboten gedaan. De verraste Duitse militairen namen de Sloedam zwaar onder vuur. Door het opklarende weer konden Britse Typhoon jachtbommenwerpers de Duitse stellingen bij de dam bestoken. Nu konden de geallieerde eenheden eindelijk over de Sloedam oprukken.
Operatie Infatuate I
Om 04.45 uur begon op 1 november 1944 de geallieerde artilleriebeschieting op Vlissingen. Tegelijkertijd vertrokken de landingsschepen de haven van Breskens. Bij ‘Uncle Beach’, een klein strandje bij de Oranjemolen in Vlissingen, kwamen de eerste troepen om 06.35 uur aan. Een deel van de troepen rukte via het oosten op en bezette het Scheldeterrein. De inname van de stad Vlissingen verliep langzaam omdat er veel sluipschutters in de stad zaten. Straat voor straat moest de stad door geallieerde militairen gezuiverd worden. Op 2 november 1944 waren er in Vlissingen nog twee verzetshaarden over, namelijk in Hotel Britannia en in de haven. Het hotel was veranderd in een ware vesting met daaromheen loopgraven, versterkingen, bunkers, wapenopstellingen en geschutopstellingen. Na enkele uren van beschietingen lukte het op 3 november 1944 om het hotel te betreden. Onder het hotel vonden ze een bunkerkelder met daarin de Duitse generaal Georg-Hans Reinhardt met zijn staf. Reinhardt weigerde zich in eerste instantie over te geven maar onder de dreiging dat de bunker zou worden opgeblazen, gaf hij zich toch over.
Operatie Infatuate II
Het tweede deel van operatie Infatuate ging eerder van start dan het eerste deel, namelijk om 03.15 uur. Vanaf Oostende vertrokken ondersteuningsvoertuigen, landingsboten, hulpschepen, een slagschip en twee kanonneerboten naar Westkapelle. Het slagschip en een van de kanonneerboten openden omstreeks 08.15 uur het vuur op de kustbatterijen bij Westkapelle en Domburg. Het uitschakelen van de batterijen bleek een grote uitdaging te zijn want er gingen negen landingsvoertuigen verloren en nog eens elf werden buiten gevecht gesteld. Rond 10.00 uur bereikte het eerste landingsvoertuig de kust bij Westkapelle. Noorse, Belgische en Nederlandse militairen zetten met bewapende pantservoertuigen voet aan wal. Zij veroverden de kustbatterij bij Westkapelle en om 11.45 uur was Westkapelle in geallieerde handen gevallen. Er werden in de paar uur dat de operatie bezig was grote verliezen geleden en de operatie verliep minder snel dan verwacht. In de avond van 1 november 1944 lukte het de geallieerden pas om ook de kustbatterij bij Zoutelande in te nemen. De volgende dag werd Zoutelande bevrijd. In de dagen erna vonden er nog hevige gevechten plaats rondom Domburg. Op 6 november 1944 gaven Duitse troepen zich hier pas over.
De Slag wordt beslist
Op 8 november 1944 was alle Duitse tegenstand op Walcheren opgeruimd. De Westerschelde was eindelijk vrijgemaakt en vanaf 28 november 1944 kon er een continue stroom van bevoorrading op gang komen. Het Canadese leger had in grote getalen deelgenomen aan de Slag om Schelde en kregen door hun verdienstelijke prestaties in de onder water gezette gebieden die sterk verdedigd werden door de Duitsers de bijnaam ‘waterratten’. De Britse veldmaarschalk zei over de Canadese deelname het volgende: “De Canadezen hebben zich magnifieke vechtjassen betoond. Het vrijmaken van de Schelde was een taak die alleen door eerste klas troepen kon worden uitgevoerd. Tweede klas troepen zouden gefaald hebben.”
Door Marieke de Klein