Het bloedbad van Oradour-Sur-Glane

Oradour-Sur-Glane

Het bloedbad van Oradour-Sur-Glane

Dat oorlog het slechtste uit mensen naar boven haalt blijkt wel op 10 juni 1944. Op deze dag werd er bij het Franse dorp Oradour-Sur-Glane een bloedbad aangericht door Duitse militairen van de 4. SS Panzergrenadierregiment Der Führer van de 2. SS-Panzer-Division Das Reich.

De aanleiding

Oradour-Sur-Glane was een dorp zoals zo velen in Frankrijk. Rustig en rustiek met een kerk en een markt. Tot 10 juni 1944 was de Tweede Wereldoorlog vrijwel aan de bewoners voorbijgegaan. De aanloop naar de noodlottige gebeurtenissen op deze dag begonnen mogelijk twee dagen eerder. Op 8 juni 1944 werd de spoorbrug bij Saint-Junien, een plaats in de omgeving van Ouradour-Sur-Glane, opgeblazen door het Franse verzet. Twee Duitse officieren waren hierbij omgekomen. Eén van de omgekomen officieren was SS-Stumbahnführer Helmut Kämpfe geweest, een goede vriend van SS-Sturmbannführer (majoor) Adolf Diekmann. Diekmann was een van de bevelhebbers van het Der Führer regiment en zinde vermoedelijk na het overlijden van zijn vriend op wraak. Een andere lezing van het verhaal is dat dezelfde Helmut Kämpfe in de ochtend van 10 juni 1944 gevangen was genomen door de Franse verzetsgroep, Maquis du Limousin, en dat hij tegen deze actie met harde hand wilde optreden.

Adolf Diekmann, bevelhebber van de 4. SS Panzergrenadierregiment Der Führer van de 2. SS-Panzer-Division Das Reich. Bron: Wikimedia Commons.

De executie van 190 mannen

Om 12.00 uur werd de wraakactie van Diekmann in gang gezet. Anderhalf uur later arriveerden hij en een colonne van Duitse SS-troepen in Oradour. Binnen een half uur hadden zijn troepen het dorp omsingeld en alle wegen afgesloten. De inwoners konden nergens meer naartoe. Diekmann richtte bij een boerderij tussen Oradour en het dorp Bordes een commandopost op om vervolgens een routinematige identiteitscontrole te laten uitvoeren. De bewoners en zes mensen die toevallig in het dorp aanwezig waren werden bij elkaar gebracht op het marktplein om hun identiteit te laten controleren. De mannen en vrouwen werden hierna van elkaar gescheiden. De vrouwen en kinderen werden in de kerk bijeengebracht terwijl de mannen in zes schuren geplaatst werden. In deze schuren bevonden zich op dat moment al mitrailleurs. Volgens een ooggetuige die het bloedbad overleefde schoten de SS’ers eerst op hun benen zodat ze niet meer konden vluchten om hen vervolgens met benzine te overgieten en de schuur in brand te steken. Zes mannen wisten uiteindelijk te ontsnappen. Een van hen werd op straat gezien en vervolgens doodgeschoten. In totaal werden hierbij 190 mannen vermoord.

De kerk in brand

Tegelijkertijd ging er een explosief af bij de kerk waar de vrouwen en kinderen zich bevonden. Een verstikkende rook verspreidde zich door het gebouw. De vrouwen en kinderen probeerden te ontsnappen via de deuren en ramen waar ze opgewacht werden door SS-soldaten met machinegeweren. 247 vrouwen en 205 kinderen stierven in de kerk. Het jongste kind dat was omgekomen bij de slachtpartij was slechts acht dagen oud geweest. Een vrouw van 47 jaar, Marguerite Rouffanche, had weten te ontsnappen samen met een vrouw en een kind. Alle drie werden echter neergeschoten en enkel Marguerite overleefde dit. Ze wist zich te verbergen in de bosjes en werd de volgende dag gered. Die nacht werd een groot deel van het dorp door de SS-troepen met de grond gelijk gemaakt.

Het proces van Bordeaux

Na de Tweede Wereldoorlog kwam de Franse leider Charles de Gaulle naar Oradour en besloot dat de ruïnes van het dorp behouden moesten worden en dat het dorp op korte afstand van de ruïnes opnieuw opgebouwd moest worden. Hierdoor woonden de resterende bewoners van het dorp tot 1953 onder primitieve omstandigheden, omdat het nieuwe dorp pas in 1953 ingewijd werd. In 1953 begon tevens het proces van Bordeaux tegen 65 van de 200 overlevende SS’ers die betrokken waren geweest bij het bloedbad in Oradour-Sur-Glane. Slechts 21 van hen waren echter aanwezig; veel van hen bevonden zich in Oost- en West-Duitsland en deze landen wilden hen niet uitleveren aan Frankrijk. Vijf van hen werden veroordeeld tot het uitvoeren van enkele maanden dwangarbeid en twee van hen kregen de doodstraf die later werd omgezet in levenslang.

Door Marieke de Klein

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *