Afbeelding boven: De massagraven met 16 betonnen kruisen. Bron: Wikimedia.
De Slag om Pecynka en de Lipniak-Majorat massacre
Eind augustus 1944 vond in Polen de Slag om Pecynka plaats. Deze slag was onderdeel van Operation Tempest, gewapende opstanden van het Poolse ondergrondse leger die door het hele land heen zouden moeten plaatsvinden in de hoop aan te kunnen sluiten bij de geallieerde opmars. Het bekendste onderdeel van deze operatie zou de Warsaw Uprising zijn, maar de tragische gevolgen van Operation Tempest bleven niet beperkt tot Warschau. Ook de wat onbekendere Slag om Pecynka resulteerde in de dood van honderden burgers, evenals de Lipniak-Majorat massacre die enkele dagen later zou volgen.
De Slag om Pecynka
In de zomer van 1944 naderde het Rode Leger Polen. Het Duitse leger trok daarom voor een groot deel weg uit het district Ostrów. Alleen bij de steden Mazowiecka en Malkinia bleven Gestapo-troepen achter. In het Biala-woud in Ostrów waren onderdelen van het Poolse Binnenlandse (ondergrondse) leger actief. Eind juli 1944 werd het Binnenlandse Leger gemobiliseerd in het kader van Operation Tempest. Deze lokale ondergrondse structuren werden vervolgens omgevormd tot het 3e bataljon van het 13e Home Army Infantry Regiment, onder leiding van majoor Antoni Jahołkowski alias “Brzeski”. Vanaf begin augustus 1944, tegelijk met de start van de Warsaw Uprising, begon dit bataljon met gevechtsacties tegen achtergebleven Duitse troepen. Het betrof met name hinderlagen en sabotageacties. De Duitse troepen probeerden in de eerste helft van augustus tot twee keer toe het bataljon aan te vallen, maar beide aanvallen werden afgeslagen. Op 28 augustus 1944 voerde een compagnie een aanval uit op Duitse posities, waarbij ze ondersteund werden door artillerie van het Rode Leger. De eenheid wist de Duitse troepen terug te dringen en wist ze flinke verliezen toe te brengen. De volgende dag keerde het tij. Duitse infanterie, ondersteund door tanks, duwden het Poolse ondergrondse leger diep de bossen in. Tot 31 augustus vonden hevige gevechten plaats bij Pecynka, en zeker 150 Poolse strijders en één Sovjet-verbindingsofficier werden gedood. Het bataljon werd de facto verslagen, alleen kleine groepen overlevenden probeerden uit de omsingeling te breken. De Slag om Pecynka is één van de grootste partizanengevechten die door het Binnenlandse leger werd uitgevochten tijdens de Duitse bezetting.
De wraak: Lipniak-Majorat massacre
Het verslaan van de Poolse Binnenlandse Strijdkrachten was echter niet genoeg voor de Duitse troepen. Met name inwoners van de gemeente Długosiodło en vluchtelingen uit naburige steden die kampeerden in het Biała-woud werden slachtoffer van wraakacties. Nog op 31 augustus werden minstens dertig burgers neergeschoten op een bosweg nabij Małaszek. Op dezelfde dag vermoordden de Duitsers in het nabijgelegen Plewki elf burgers. De grootste moordpartij vond plaats op 2 september 1944 in Lipniak-Majorat, waar veel burgers die op de vlucht waren voor het geweld waren neergestreken. Het begon in de ochtend, toen het dorp werd beschoten door Duitse pantservoertuigen. Een paar uur later vond een Duitse klopjacht door Lipniak-Majorat en nabijgelegen velden en bossen plaats. Wehrmacht-patrouilles doorzochten het gebied en brachten alle gevangengenomen Polen naar een paar gebouwen in het dorp. De gevangen burgers werden ervan beschuldigd samen te werken met de partizanen, waarna een systematisch uitgevoerd bloedbad begon. De meeste dorpsbewoners werden boven drie massagraven met machinegeweren doodgeschoten. Daarnaast vonden er executies van individuele mensen of kleine groepen burgers plaats. Die dag vermoordden de Duitsers alle gevangenen, ongeacht geslacht en leeftijd. Sommige gewonden werden levend begraven in massagraven. Er bestaan getuigenissen die meldden dat er ook gevallen zijn geweest van kleine kinderen die werden gedood door hun hoofd tegen boomstammen te slaan. De Sovjettroepen waren tijdens de moord al in de buurt, wat de reden is dat de Duitse troepen de moordpartij met grote haast uitvoerden. Het Rode Leger arriveerde nog op 2 september 1944 in de regio, en begon vrijwel direct met het weer opgraven van de vermoorde burgers, en herbegroeven hen op een officiële begraafplaats.
Slachtoffers
Na de Tweede Wereldoorlog werden de vermoorde burgers opnieuw opgegraven om een poging tot identificatie te doen. Er werd vastgesteld dat er 448 burgers waren vermoord. Historici slaagden erin de namen van 129 slachtoffers te identificeren, waaronder 15 mannen, 59 vrouwen en 55 kinderen en minderjarigen. De overige slachtoffers zijn anoniem gebleven. In april 1972 werd op een van de massagraven in Lipniak-Majorat een herdenkingssteen onthuld, met de volgende inscriptie: “Als eerbetoon aan de 400 inwoners van het gebied die op 2 september 1944 zijn vermoord, slachtoffers van de nazi-barbarij. Eer hun nagedachtenis”. Naast het monument zijn 16 betonnen kruisen geplaatst. Elk exemplaar heeft de inscriptie: “26 onbekende slachtoffers van nazi-terreur”.