The Great Mariana Turkey Shoot (19 juni 1944)
Tachtig jaar geleden, op 19 en 20 juni 1944, vond de Slag in de Filipijnenzee plaats. De slag was onderdeel van de invasie van de Marianen, wat weer onderdeel was van de oorlog in de Stille Oceaan. Aanleiding voor de Slag in de Filipijnenzee was Operation Forager, de Amerikaanse landingen op de eilanden Saipan, Tinian en Guam. Omdat deze eilanden een opzet naar operaties naar de Japanse hoofdeilanden konden zijn, voelde het Japanse leger zich genoodzaakt om met een reactie te komen. Deze reactie, die de boeken inging als “The Great Mariana Turkey Shoot”, zou dramatisch blijken voor de Japanse vloot.
De slag in de Filipijnenzee was de laatste van vijf grote vliegdekschipslagen, en was bovendien de grootste vliegdekschipslag ooit. Er voeren 24 (waarvan er vijftien tot de Amerikaanse vloot behoorden) vliegdekschepen rond in de slag, die 1350 vliegtuigen herbergden. Van deze vliegtuigen waren er circa 900 van het Amerikaanse leger, en 750 van het Japanse leger. De Japanse vliegtuigen waren daarnaast verouderd ten opzichte van de Amerikaanse toestellen en de piloten waren een stuk minder ervaren. Het was bij voorbaat al een ongelijke strijd, maar het geluk was ook niet aan Japanse zijde.
Het drijvende koffertje
Rond 1941 was de Japanse strategie om zoveel schade toe te brengen aan de Amerikaanse vloot dat die oorlogsmoe zou worden. Op 18 april 1943 sneuvelde admiraal Yamamoto en zijn opvolger, admiraal Koga, begon plannen te maken voor een grote, beslissende zeeslag die begin 1944 zou moeten plaatsvinden. Dit plan werd uitgeschreven, in een koffertje gestopt, en door viceadmiraal Fukudome per vliegtuig vervoerd. Het vliegtuig crashte boven zee, Fukudome werd gered maar moest het koffertje achterlaten. Nu wilde het geval dat het koffertje met deze geheime plannen voor een grote aanval op de Amerikaanse vloot niet alleen waterdicht was, maar ook kon drijven. Het koffertje dreef naar Filipijnse guerrillatroepen, die het aan de Amerikanen gaven. Hoewel de Japanse plannen na dit incident nog wel wat werden aangepast, leek de uiteindelijke uitvoering nog altijd veel op het plan in het koffertje, iets waar de Amerikaanse vloot dankbaar gebruik van maakte.
The Great Mariana Turkey Shoot
Op 19 juni 1944 zette het Japanse leger de aanval in. Vrijwel direct werden twee van hun vliegdekschepen met torpedo’s tot zinken gebracht. De Amerikaanse vliegtuigen stegen op om de Japanse toestellen te onderscheppen. Door hun voor die tijd geavanceerde radars wisten ze de Japanse toestellen te lokaliseren lang voor deze de Amerikaanse vloot bereikten. De luchtslag die volgde ging de boeken in als: “The Great Mariana Turkey Shoot”, de grote kalkoenenjacht. Deze term werd gebruikt door een Amerikaanse piloot die zijn verbazing uitte over het gemak waarmee de Japanse vliegtuigen uit de lucht werden geschoten door zowel Amerikaanse vliegtuigen als door luchtafweergeschut. Het Japanse leger verloor tussen de 550 en 645 vliegtuigen, en meerdere schepen. Het dodenaantal aan Japanse zijde lag rond de 2987. De Amerikaanse strijdkrachten verloren 123 vliegtuigen, zo’n 72 hiervan werden niet uit de lucht geschoten, maar moesten door brandstoftekort een noodlanding op het water maken. De meeste bemanningen konden worden gered, zodat het totale dodenaantal aan Amerikaanse kant rond de 109 lag. Daarnaast raakte één vliegdekschip beschadigd. De Slag in de Filipijnenzee zou samen met de Slag in de Golf van Leyte, die in oktober 1944 plaatsvond, het einde van de Japanse vloot en vliegdekschip-operaties betekenen. Het net om Japan sloot zich langzaam maar zeker.
Door Lisette van Wingerden