Warsaw Uprising 

Warsaw Uprising

Afbeelding boven: Poolse opstandelingen op een buitgemaakte Panther Tank. Bron: United States Holocaust Memorial Museum, Photograph #80911/Wikimedia.

Warsaw Uprising 

Het is deze week 80 jaar geleden dat de Opstand van Warschau, ook wel bekend als de Warsaw Uprising, begon.  Het doel van de Opstand was het bevrijden van Warschau van Duitse troepen, en was opgezet door het Poolse verzet en het ondergrondse leger (Armia Krajowa). De Opstand duurde van 1 augustus tot 2 oktober 1944 en zou ongeveer 200.000 levens kosten, waarbij vooral burgers getroffen werden.

Verstoorde verhoudingen

Het plan was in eerste instantie een landelijke opstand geweest, die zou aansluiten bij de (westerse) geallieerden, maar toen in 1943 duidelijk werd dat het niet de westerse geallieerden maar de Sovjets zouden zijn die Polen kwamen bevrijden, werd dit plan aangepast. Rond deze zelfde periode werden daarnaast de massagraven bij Katyn gevonden. Hier waren in april en mei 1940 ruim 4.400 Poolse officieren die eerder krijgsgevangen waren gemaakt geëxecuteerd door de geheime dienst van de Sovjet-Unie. Ditzelfde lot viel ook circa 18.000 andere Poolse burgers toe, die veelal tot de intellectuele elite behoorden (landheren, ambtenaren, geestelijken en dus officieren). De massagraven waren daarna beplant met bomen, en het lot van al deze mensen was onbekend gebleven, tot het Duitse leger in 1943 op de graven stuitte. Deze vondst en het bijbehorende verhaal dat nu bekend werd zorgde voor een breuk in de verhouding tussen Polen en de Sovjet-Unie, die nooit helemaal zou herstellen. Er was onder het Poolse verzet en het ondergrondse leger dan ook wantrouwen richting de motieven van het naderende Rode Leger ontstaan, ook doordat in al bevrijde delen van Polen de Sovjets direct alle controle overnamen. Toen de Sovjets op 13 juli 1943 de vooroorlogse Poolse grens overstaken moest er gekozen worden: een opstand beginnen met de kans dat er geen steun van de Sovjets zou komen, of geen opstand beginnen met het risico door de Sovjets als lafaards en collaborateurs te worden gezien. Men koos voor het eerste, en de gevolgen waren catastrofaal.

Een massagraf bij Katyn wordt opgegraven. Bron: Wikimedia.

De opstand

Op 1 augustus 1944 om 17.00 uur begon de opstand, die in eerste instantie goed verliep. Op 3 augustus 1944 hadden de opstandelingen controle over het grootste gedeelte van de stad. Op 5 augustus 1944 werd het Getto van Warschau met de Gesia en Pawiakconcentratiekampen bevrijd en kwamen honderden gevangenen vrij. Op 5 augustus begonnen de Duitse troepen echter ook met massa-executies in de wijk Wola die ze deels hadden heroverd. Ook gevangengenomen opstandelingen werden vaak ter plekke geëxecuteerd, en in andere wijken vonden plunderingen en verkrachtingen plaats. Het doel hiervan was de moraal van de opstandelingen te breken, maar toen dit niet bleek te werken werd de aanpak veranderd. Vanaf eind september tot 2 oktober 1944 werden gevangen opstandelingen als krijgsgevangenen behandeld. Duitse troepen wisten steeds meer wijken binnen te dringen en verschillende groepen opstandelingen van elkaar te scheiden. Op 10 september 1944 bereikte het Rode Leger de oostoever van de rivier de Weichsel, waar soldaten van Armia Krajowa ze opwachtten. Hier werd de vrees van de Polen bewaarheid toen de geheime dienst van de Sovjet-Unie deze soldaten arresteerden en naar Siberië afvoerden. De Sovjets bleven, ook tot verbazing van de Duitse troepen, bij de Weichsel, en kwamen de Polen in Warschau niet te hulp. Alleen het Eerste Poolse Leger, dat onderdeel was van het Rode Leger, probeerde te helpen, maar kon weinig uitrichten. Na lange gevechten en vele massa-executies eindige op 2 oktober 1944 de opstand met de capitulatie van het Poolse leger.

Nasleep

De Opstand van Warschau was de grootste militaire actie die door een verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog is uitgevoerd. Er sneuvelden ongeveer 18.000 Poolse opstandelingen, en er kwamen minimaal 150.000 burgers om, waarvan een deel door de eerdergenoemde massa-executies. Duizenden mensen raakten vermist en zijn nooit teruggevonden. Aan Duitse zijde sneuvelden ongeveer 10.000 militairen, en raakten er eveneens duizenden vermist. Van Warschau was weinig over na de opstand, 85% van de stad werd verwoest.  In het Sovjettijdperk was in Polen elke vorm van kritiek op het Rode Leger verboden, en waren alle vormen van het herdenken of zelfs noemen van de Opstand verboden. In het westen werd de opstand juist gezien als een heroïsch verhaal, en geloofde men dat het niet slagen van de opstand de schuld van de Sovjets was. Dit laatste idee kreeg ook voet aan de grond in Polen zelf, waar het tot vreedzaam verzet tegen het communisme leidde. Vanaf 1989 mocht herdenken van de opstand wel. Sinds 2009 is 1 augustus een nationale feestdag in Polen. Om 17.00 uur, het tijdstip dat de opstand begon, wordt een moment stilte in acht genomen en worden de helden van de opstand herdacht.

Warschau in 1950, grote delen van de stad zijn nog niet herbouwd. Bron: CAF/Wikimedia.

Door Lisette van Wingerden

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *