De Battle of Britain begint

De Battle of Britain begint

Amerikaanse officieren leggen aan Winston Churchill uit hoe een bazooka werkt. (Foto afkomstig uit de Bombs Away collectie)

In 1932 gaf  de Engelse politicus Stanley Baldwin een speech in het Britse Parlement, met als sleutelzin: “The bomber will always get through”. De Eerste Wereldoorlog had de opkomst van strategische luchtbombardementen gezien. Door nieuwe technologieën zoals het gebruik van meerdere motoren en gestroomlijnde cantilever-vleugels hoefden de bommenwerpers niet meer onder te doen in snelheid voor eenmotorige gevechtsvliegtuigen. Bommenwerpers waren nauwelijks te onderscheppen, vooral tijdens nachtelijke bombardementen waarbij ze ook nog eens moeilijk te zien waren.

De toepassing van deze nieuwe technologieën op de jachtvliegtuigen en de introductie van radar, waardoor vijandelijke vliegtuigen snel gespot konden worden, ondermijnden echter al snel het idee dat de bommenwerper er altijd door zou komen. Het ultieme bewijs tegen Baldwins uitspraak zou de Battle of Britain – de Slag om Engeland – worden.

We shall fight

Op 4 juni 1940, de laatste dag van de evacuatie bij Duinkerke, sprak Prime Minister Winston Churchill het Britse Parlement toe met de volgende speech:

We shall go on to the end, we shall fight in France, we shall fight on the seas and oceans, we shall fight with growing confidence and growing strength in the air, we shall defend our Island, whatever the cost may be, we shall fight on the beaches, we shall fight on the landing grounds, we shall fight in the fields and in the streets, we shall fight in the hills; we shall never surrender.

De evacuatie van de omsingelde geallieerde troepen uit Duinkerke betekende het einde van de Slag om Frankrijk. De Duitse Luftwaffe had nu de handen vrij om zich te focussen op het Kanaal en daarna het Verenigd Koninkrijk zelf. Duitse bommenwerpers kregen als primaire doelwit de Engelse kustkonvooien, de radarstations aan de zuidkust, de vliegvelden van de Britse RAF en de vliegtuigfabrieken toegewezen.

 

Adlertag

Op 4 juli 1940, brak de Kanalkampf uit: de strijd om het Kanaal. De Luftwaffe voerde duikaanvallen uit op schepen in het Kanaal maar ook bombardementen op havens en RAF vliegvelden aan de kust. Adlertag, ‘adelaarsdag’, op 13 augustus 1940 vormde het begin van de grootschalige aanval op het Verenigd Koninkrijk. De Duitse aanval startte wankel: het weer bemoeilijkte de luchtaanvallen en de Britse gevechtsvliegtuigen stonden klaar om tegenstand te bieden. Vooral onder de Duitse Junkers Ju 87 Stuka duikbommenwerpers waren er tijdens de dagen na Adlertag zo veel verliezen dat deze toestellen bijna niet meer werden ingezet tijdens de Battle of Britain.

Op 15 augustus 1940 vonden de zwaarste gevechten tot dan toe plaats. Deze dag werd de Greatest Day gedoopt in het Verenigd Koninkrijk, terwijl men in Duitsland juist sprak over Schwarzer Donnerstag.  De Luftwaffe verloor 75 vliegtuigen en vele andere vliegtuigen werden zwaar beschadigd.

Dogfights

Vijf Britse Spitfires

De vernietiging van de RAF in Zuid-Engeland moest leiden tot Duitse superioriteit in de lucht zodat het Britse eiland zelf binnengevallen kon worden. De Duitse Stuka’s konden hun reputatie niet waarmaken tijdens het begin van de Battle of Britain. Dat gold ook voor de Messerschmitt Bf 110 jachtbommenwerper, die geen partij was voor de Britse Hurricanes en Spitfires. Door hun slechte wendbaarheid hadden de Bf 110’s moeite met de snelle Britse jachtvliegtuigen bij te houden en zelfs in het vizier te krijgen.

De Messerschmitt Bf 109 daarentegen vormde een geduchte tegenstander tijdens de dogfights boven Engeland. Tijdens de Battle of Britain werd het toestel ingezet als jachtbommenwerper maar ook als escorte voor zwaardere bommenwerpers. Het doel van de escortes was om de Duitse bommenwerpers te beschermen tegen Britse gevechtsvliegtuigen. Spitfires en Hurricanes konden nog steeds kortere bochten maken, maar de Bf 109’s waren beter in steile duikvluchten en klimmen. Britse vliegtuigmotoren hadden geen brandstofinjectie, waardoor de motor bij een steile duikvlucht kon verzuipen en daarna volledig uitviel. De Bf 109’s hadden dit probleem niet.

Een luchtgevecht tussen een Britse Spitfire en een Duitse Heinker He 111. Uit de Spitfire komt rook

De hevigste luchtgevechten tot dan toe vonden plaats op 18 augustus 1940. Zowel de Luftwaffe als de RAF leden veel verliezen. Hoewel de RAF succesvoller was in het neerhalen van vijandelijke toestellen,  slaagde de Luftwaffe erin om veel Britse toestellen die nog aan de grond stonden te vernietigen. Aan beide kanten werden er ongeveer 70 vliegtuigen verwoest, ook al claimden beide landen dat ze veel meer vijandelijke toestellen uit de lucht hadden gehaald. Zelf hadden ze natuurlijk minder verliezen geleden dan de andere rapporteerde. Op geen enkele andere dag tijdens de Battle of Britain zouden de RAF en de Luftwaffe zoveel vliegtuigen verliezen als op 18 augustus 1940, ook wel bekend als de Hardest Day.

 

Neem gerust contact met ons op als u geïnteresseerd bent in onze werkzaamheden.

Foto van Churchill en de Me 109 in Italië afkomstig uit de eigen Bombs Away collectie. Overige foto’s afkomstig van Wikipedia. Tekst: Kimberley Eeftink MA, Bombs Away B.V

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *