Luchtvaartproblematiek tijdens de Tweede Wereldoorlog

luchtvaartproblematiek tijdens de Tweede Wereldoorlog

Luchtvaartproblematiek tijdens de Tweede Wereldoorlog

Vlak voor de Duitse inval op 10 mei 1940 had de Luchtvaartafdeling van het Nederlandse leger 125 werkende vliegtuigen ter beschikking. Het ging om 23 Fokkers G-1, 28 Fokkers D-XXI, 11 Douglas 8a-3n toestellen, 9 Fokkers T-V, 11 Fokkers C-V, 21 Fokkers C-X en 16 Koolhoven FK-51 toestellen. Tijdens de Meidagen kwamen hier nog veertien werkende toestellen bij. De Duitse strijdkrachten zetten in Nederland tijdens de Meidagen 1940 daarentegen zo’n 1150 vliegtuigen in. Maar er was sprake van behoorlijk wat luchtvaartproblematiek.

Voorbereidingen voor een (lucht)oorlog

Midden jaren ’30 besloot de Nederlandse Luchtvaartafdeling (LuVa), toen nog onderdeel van de Koninklijke Landmacht, dat ze meer vliegtuigen nodig had. In 1938 ging een vierjarenplan van start waarin het LuVa gemoderniseerd zou worden. De luchtvloot zou gaan bestaan uit drie luchtvaartregimenten (LvR). Het 1e Luchtvaartregiment (1 LvR) voor de luchtverdediging, het 2e (2LvR) ter ondersteuning van het Veldleger buiten de Vesting Holland en het 3e (3 LvR) was bestemd voor de vliegopleiding. Het ging in totaal om 162 vliegtuigen voor 1 LvR en 192 vliegtuigen voor 2 LvR die nodig waren. In verband met de kosten dat dit alles zou bedragen besloot Minister van Oorlog, dhr. Van Dijk, twee van de drie voorgestelde bombardeerafdelingen van 1 LvR te schrappen. Ook kocht hij de door de LuVa gewenste Hurricane’s, Spitfires dan wel Heinkel 112’s en Dornier 17 strategische verkenner niet. Wel kwam er toestemming voor de aanschaf van 16 Fokker T-V’s, 36 Fokker D-XXI’s en 36 Fokker G-1’s. Er ging wel iets verkeerd met de bestelling van bommenrekken voor de Fokker T-V, hiervan waren er vlak voor de Meidagen slechts twee beschikbaar. Daarnaast bestelde Van Dijk ook 36 Koolhoven FK-58 jagers, terwijl de LuVa daar een negatief advies over had gegeven. Vergeten werd om hiervoor motoren in Engeland te bestellen, dus deze toestellen konden niet gebruikt worden. De in maart 1939 bestelde 18 Douglas 8A-3N bommenwerpers kwamen wel op tijd binnen.

De Douglas 8A-3N

De Douglas 8A-3N, waar achttien stuks van besteld waren, was één van de modernste vliegtuigen van de LuVa. Het toestel was een lichte bommenwerper en was ook als zodanig gekocht. Het toestel kon 400 kilo aan bommen kwijt, en had tevens vier vleugelmitrailleurs. Er waren echter geen bommen beschikbaar voor de toestellen, en omdat de LuVa vrijwel geen jagers had werd op 7 mei 1940 besloten de Douglas toestellen als jagers in te zetten. De toestellen waren hier echter totaal ongeschikt voor en maakten geen schijn van kans tegen de Duitse jachtvliegtuigen, de circa 100 kilometer per uur snellere Messerschmitts. Dit zorgde ervoor dat van de elf toestellen die op 10 mei 1940 konden vliegen (de overige zes hadden nog geen bougie en konden niet vliegen) twee toestellen op de grond verloren gingen, en acht door gevechtshandelingen in de lucht. Het elfde toestel werd ook verloren.

Nederlandse successen

Bovenstaande zijn treurige statistieken, maar gezien de enorme overmacht die de Luftwaffe zou moeten hebben gehad ten opzichte van de Nederlandse vliegers wisten deze laatste alsnog bijzondere resultaten te behalen. Zo werden er 107 Duitse gevechtsvliegtuigen en bommenwerpers neergehaald, circa 5% van het totaal aantal dat de Duitse troepen op dat moment in bezit hadden. Ook werden er 224 van de 432 Ju-52 transporttoestellen kapotgeschoten. Hoeveel hiervan door vliegers en hoeveel door luchtafweergeschut zijn neergehaald is niet geheel duidelijk.

Een (Amerikaanse) Douglas 8a-3n. Bron: Wikipedia.

Door Lisette van Wingerden

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *