Kennisuitwisseling luchtfotografie
Even belangrijk als het raadplegen van de juiste literatuur en relevante archiefstukken is de analyse van luchtfoto’s uit de Tweede Wereldoorlog. Voor een gedegen historisch vooronderzoek naar conventionele explosieven (CE) uit de Tweede Wereldoorlog worden eerst de historische gegevens in kaart gebracht. Daarna kunnen de luchtfoto’s geanalyseerd worden op sporen van oorlogshandelingen. Bij Bombs Away hebben de GIS-specialisten (GIS: Geografisch Informatie Systeem) het analyseren van de luchtfoto’s tot een specialisme verheven. Daarom kregen de collega’s van Bombs Away een kijkje in de keuken van de GIS-specialisten en luchtfotoanalisten. Door kennis uit te wisselen brengen we de samenwerking tussen de historici en de GIS-specialisten tot een hoger niveau en kunnen de historici het werk van de GIS-specialisten beter verwoorden in het onderzoeksrapport.
WSCS-OCE
Conform het WSCS-OCE (Werkveldspecifiek Certificatieschema voor het Systeemcertificaat Opsporen Conventionele Explosieven) is het verplicht om luchtfoto’s te raadplegen. Deze kunnen aangevraagd worden bij de Universiteit van Wageningen alsook bij het Kadaster te Zwolle. Aanvullend is het ook mogelijk om luchtfoto’s uit buitenlandse archieven te halen, zoals The National Collection of Aerial Photography te Edinburgh of uit The National Archives and Records Administration te Washington. Het streven is om, op basis van de gegevens aangetroffen door de historicus, luchtfoto’s te raadplegen die zo kort mogelijk na een oorlogshandeling zijn genomen. De luchtfoto’s kunnen dan geanalyseerd worden op eventuele sporen van de oorlogshandelingen. Daarnaast spelen de dekking van het gebied op de luchtfoto, de schaal en de kwaliteit een belangrijke rol in de selectie van relevante luchtfoto’s.
Historische context
Tijdens de kennisoverdrachtsessie ging collega Maikel, hoofd GIS, eerst in op de historische context van de luchtfoto’s en luchtfotografie ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. De ontwikkeling van de luchtfotografie heeft tijdens de oorlog een grote vlucht genomen, letterlijk en figuurlijk. Letterlijk, omdat door de RAF lange-afstandsverkenningsvluchten (reconaissance) vanaf Groot-Brittannië werden ondernomen. De korte-afstandsvluchten werden vanaf het vaste land van Noordwest-Europa ondernomen, in 1944 en 1945 vanaf vliegbases nabij het front zoals Eindhoven en Gilze-Rijen. Figuurlijk nam de luchtfotografie een grote vlucht, omdat de kwaliteit van de luchtfoto’s, die genomen werden van steeds grotere hoogte, steeds beter werd.
Luchtfotostrip
Behalve dat de kwaliteit van de foto’s steeds beter werd en er frequenter gevlogen werd, is de toename van data op de luchtfotostrip (de administratie) voor het historisch vooronderzoek CE van groot belang. Er waren geen richtlijnen welke informatie op de luchtfotostrip, de zwarte rand om de foto, moest komen. Er zijn wel terugkerende elementen en volgordes te onderscheiden. Zo bestond het sortienummer vaak uit een verwijzing naar de militaire eenheid (bijvoorbeeld een Group of een Squadron) gevolgd door het vluchtnummer, wat in chronologische volgorde opliep. Verdere informatie op de strip kon bijvoorbeeld bestaan uit het fotonummer, de vliegrichting, de vlieghoogte, de gebruikte camera, welke lens was gebruikt, het tijdstip en natuurlijk heel belangrijk voor het historisch vooronderzoek CE, de datum waarop de foto werd genomen.
Luchtfoto’s georefereren
Het tweede deel van de sessie luchtfotokennisoverdracht was technischer. Collega Alexandra gaf een helder betoog over het positioneren van luchtfoto’s. Ze presenteerde de resultaten van haar onderzoek naar de beste methode om luchtfoto’s zo accuraat mogelijk te georefereren. Georefereren is simpel gezegd het verbinden van een punt op een afbeelding (bijvoorbeeld een oude kaart of een luchtfoto) aan een punt op de basiskaart, bijvoorbeeld de kaart van Nederland anno 2019. Zo komt de luchtfoto van Amsterdam uit de Tweede Wereldoorlog precies zo bovenop de huidige kaart te liggen, dat het centraal station op de luchtfoto precies op de plek van het station op de huidige kaart ligt. Als er goed gegeorefereerd is, ligt niet alleen het station op de foto bovenop het station op de kaart, maar ook het Paleis op de Dam op de plek van het paleis en de Munttoren op de plek van de Munttoren.
Geometrische verstoringen
Er zijn verschillende elementen die op het moment van fotograferen de kwaliteit van de luchtfoto kunnen beïnvloeden. De kwaliteit van de foto hangt bijvoorbeeld af van de maat van de lens, van de maat van de film, van de schaal en de hoogte waarop het vliegtuig vloog op het moment van fotograferen. Het georefereren wordt echter vooral beïnvloed door de positie van de lens. Veel luchtfoto’s zijn oblique. Een oblique foto is niet recht van boven, maar vanuit een hoek genomen. Hierdoor beslaat bijvoorbeeld de onderkant van de foto een minder breed gebied dan de bovenkant. Zelfs als de camera perfect recht onder het vliegtuig heeft gehangen, kan de foto niet perfect gegeorefereerd worden. Een luchtfoto is namelijk een platte weergave van de ronding van de aarde. Verder beweegt het vliegtuig zich tijdens de opnames ook gewoon voort. Op alle luchtfoto’s is dus een geometrische verstoring aanwezig.
Ground Control Pair
Zoals uitgelegd worden bij georefereren twee punten op twee verschillende kaartlagen (of een afbeelding en een kaart) aan elkaar verbonden. Deze twee punten vormen samen een Ground Control Pair. Bij een luchtfoto wordt het punt op de luchtfoto geplaatst op een locatie waarvan duidelijk is dat deze locatie ook op de huidige kaart te vinden is, bijvoorbeeld op de hoek van een nog overeind staand gebouw of op een spoorwegkruising. Alexandra heeft uitgezocht hoeveel ‘paren’ nodig zijn om de luchtfoto’s uit de Tweede Wereldoorlog zo accuraat mogelijk te georefereren. Meer Ground Control Pairs plaatsen bleek niet altijd een accurater resultaat op te leveren. Op zeer korte termijn zullen deze resultaten toegepast worden in het historisch vooronderzoek van Bombs Away.
Bron omslagfoto: National Archives fotonummer 80-G-40060.
De omslagfoto werd op 17 februari 1942 gemaakt voor een kerstkaart van het VJ-7 Squadron. De poserende fotografen waren in het echt ook fotograaf, namelijk in het Amerikaanse VJ-7 Squadron. Het toestel is een Grumman J2F “Duck”.
Overige foto’s: Bombs Away B.V.
Tekst: Leoniek Vrielink MA, historicus Bombs Away B.V.