Websites en vliegtuigcrashes

Websites en vliegtuigcrashes

Geraakt door luchtafweergeschut, vanwege motorproblemen of vanwege andere oorzaken moesten tijdens de Tweede Wereldoorlog veel vliegtuigen een noodlanding maken. Soms was dit niet eens meer mogelijk en eindigde de vlucht in een fatale crash. Sommige toestellen waren op de terugweg van een bombardement en hadden slechts nog boordmunitie aan boord. Andere vliegtuigen kwamen terug van een bombardement waarbij niet alle bommenlast afgeworpen kon worden. Weer anderen waren zelfs nog op de heenweg. Afhankelijk van het type toestel en de missie kon de bommenlast variëren. Door de vliegtuigcrash kunnen de aanwezige conventionele explosieven (CE) samen met zware onderdelen van het toestel (bijvoorbeeld motoren) in of op de (water)bodem terecht zijn gekomen. Daarom is het voor een historisch vooronderzoek CE van groot belang om exact te achterhalen waar een toestel neergekomen is en welke bommenlast aan boord zou kunnen zijn geweest tijdens de crash. Hoe kom je daar achter?

Historisch vooronderzoek

De Arbo-wetgeving stelt dat voorafgaand aan voorgenomen grondroerende werkzaamheden alle riscio’s in kaart gebracht dienen te worden. Het Werkveld Specifieke Certificatieschema voor het Systeemcertificaat Opsporing Conventionele Explosieven (WSCS-OCE) stelt een vooronderzoek voor. Een verplichte bron volgens het WSCS-OCE is literatuur. Het is onduidelijk of websites vallen onder deze verplichte bron en om die reden geraadpleegd moeten worden. Voor Bombs Away is dit “nicht im Frage”. Voor ieder vooronderzoek worden altijd zoveel mogelijk bronnen geraadpleegd ongeacht of ze verplicht zijn. Daarbij is het belangrijk dat bij iedere (relevante) website kritisch wordt gekeken naar de betrouwbaarheid van de gegevens.

Websites

Zo is in de standaard bronnenlijst van Bombs Away de website van de Studiegroep Luchtoorlog (SGLO) opgenomen. Hierop is het digitale verliesregister raadpleegbaar, waarin alle vliegtuigcrashes in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog (en soms eerder) zijn opgenomen. De database bevat onder andere informatie over de datum, tijd, plaats, het type toestel, de gevechtseenheid en de oorzaak van het neerstorten. Indien bekend staat er bij wat er met de bemanning is gebeurd en waar nog meer informatie te vinden is over de crash. Wordt er bijvoorbeeld gezocht op locatie ‘Raalte’ dan krijg je vijftien crashes en noodlandingen in en nabij Raalte, maar ook de crash bij Diepenveen aan de Raalterweg komt naar boven. Aan de Raalterweg 49 nabij Diepenveen kwam in de nacht van 15 op 16 februari 1944 een Britse Halifax bommenwerper neer. Het was neergeschoten door een Duits jachttoestel. Vier van de zeven inzittenden overleefden dit helaas niet.

Verder bieden websites van lokale historische verenigingen soms nuttige aanvullende informatie op de literatuur en archiefbronnen. De lokale historici kunnen vaak op de meter nauwkeurig aanwijzen waar dat ene vliegtuig op de bepaalde datum neergekomen is. In sommige gevallen is de locatie van de crash zelfs in het huidige landschap terug te zien door middel van een herinneringsteken. Zo kan er in Flevoland een route worden gevolgd langs zestien crashlocaties. In Flevoland kwamen de vliegtuigwrakken uit het IJsselmeer letterlijk boven water te liggen tijdens de naoorlogse drooglegging van de polders. Vergelijkbare locaties in de omgeving zijn terug te vinden op de website van Traces of War. Deze website laat niet alleen zien waar herinneringen aan vliegtuigcrashes te vinden zijn in het huidige straatbeeld, maar ook andere sporen van de oorlog.

Nadeel

Een groot voordeel dus, het bestaan van websites. Zo kunnen actuele vondsten direct gedeeld worden. Het verliesregister van SGLO bijvoorbeeld is ten tijde van de publicatie van dit artikel in maart 2019 voor het laatst bijgewerkt. Dit voordeel heeft uiteraard ook een nadeel. Informatie op websites kan bijgewerkt worden en veranderen. Soms verdwijnen websites of worden ze ontoegankelijk. Een crashnummer (een T of R gevolgd door cijfers) van SGLO kan soms na verloop van tijd niet meer teruggevonden worden in het verliesregister, omdat er intussen meer over bekend geworden is. De crash bleek bijvoorbeeld overeen te komen met een andere crash in de database, waardoor één van de twee dubbelen moest verdwijnen. Het is daarom van groot belang altijd te vermelden in de voetnoten van de rapportage op welke datum de website geraadpleegd is voor het vooronderzoek.

Bommenlast

Mocht de vliegtuigcrash gelokaliseerd zijn en in het onderzoeksgebied blijken te liggen, dan is het zaak de bommenlast van het toestel ten tijde van de crash vast te stellen. De vluchtgegevens van het Squadron of de Bomb Group, de eenheid waar het toestel onderdeel van was, bieden uitkomst. In de rapporten werd in de meeste gevallen bijgehouden hoeveel CE van welk type(n) een toestel aan boord had. Hieruit kan ook blijken of het gecrashte toestel op de heenweg of de terugweg was en of alle bommenlast tijdens de luchtaanval afgeworpen was. Hiervoor dienen de buitenlandse archieven, bij buitenlandse toestellen, geraadpleegd te worden. The National Archives beheert bijvoorbeeld de gegevens van de Royal Air Force. In de National Archives te Washington zijn gegevens opgeslagen over de Amerikaanse bombardementen op Europa; hierover meer in een volgend item op onze website.

Neem gerust contact met ons op als u geïnteresseerd bent in een vooronderzoek of één van onze andere werkzaamheden.

Foto: Bedrijfsarchief Bombs Away B.V.
Tekst: Leoniek Vrielink MA, historicus Bombs Away B.V.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *