Verplichte bronnen vooronderzoek: Literatuur

Verplichte bronnen vooronderzoek: literatuur

De onderzoeksvraag is bij een historisch vooronderzoek van Bombs Away eigenlijk altijd hetzelfde: “Hebben er in of nabij het onderzoeksgebied oorlogshandelingen plaatsgevonden waardoor er mogelijk conventionele explosieven (CE) uit de Tweede Wereldoorlog in of op de (water)bodem achtergebleven zijn?” De vraagstelling is dusdanig opgesteld, omdat op basis van de Arbo-wetgeving en de Openbare Orde en Veiligheid alle risico’s voorafgaand aan voorgenomen grondroerende werkzaamheden in kaart gebracht dienen te worden. Om de risico’s goed te kunnen inschatten zijn er richtlijnen opgesteld, het WSCS-OCE. Het vooronderzoek moet volgens deze richtlijnen uitgevoerd worden. Het WSCS-OCE benoemt een aantal verplicht te raadplegen bronnen voor een gedegen vooronderzoek CE. Zo is het onder andere verplicht om literatuur te raadplegen. Er is echter nogal veel geschreven en gepubliceerd over de Tweede Wereldoorlog. Het WSCS-OCE stelt niet welke publicaties geraadpleegd dienen te worden. Hoe gaat Bombs Away om met deze verplichte bron ‘Literatuur’?

 

Keuzestress?

We zouden ervoor kunnen kiezen om alle literatuur te raadplegen die we kunnen vinden over de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Meestal wordt er echter een deadline afgesproken met de opdrachtgever, omdat het project binnen een bepaalde tijd afgerond dient te worden. Nadat alle literatuur en bronnen zijn geraadpleegd door onze historici, wordt er een lijst van gebeurtenissen opgesteld. Vervolgens gaan de GIS-specialisten (GIS: Geografisch Informatiesysteem) met deze gebeurtenissen aan de slag. De GIS-specialisten tekenen de gebeurtenissen in op de inventarisatiekaart. Ze bestellen en analyseren naar aanleiding van de gebeurtenissen relevante luchtfoto’s. Tot slot bakenen ze al dan niet een verdacht gebied af in samenwerking met onze historici. Daarna kan de rapportage worden opgesteld en kunnen de overzichtskaarten worden samengesteld.

Het raadplegen van de verplichte bronnen, inclusief de literatuur, dient dus al in het beginstadium van het vooronderzoek te gebeuren. Om een goed beeld te krijgen van alle oorlogshandelingen op een projectlocatie wordt een selectie van literatuur gemaakt uit de landelijke, de regionale en lokale literatuur. Bombs Away heeft een database ontwikkeld van publicaties en standaardwerken over gevechtshandelingen in de Tweede Wereldoorlog in binnen- en buitenland. De database wordt voor elk onderzoek geraadpleegd. De standaardwerken worden aangevuld met publicaties over de Tweede Wereldoorlog in de streek of regio. Tot slot zijn ook de artikelen geschreven door lokale historici, vaak via een historische vereniging, erg nuttig. Denk bijvoorbeeld aan een artikel over de vliegtuigcrash van die ene Britse Lancaster-bommenwerper in het weiland van boer Janssen uit het dorp aan de rand van de bepaalde gemeente.

 

Standaardwerk: Nierstrasz

Eén van de belangrijkste werken in de boekenkast bij Bombs Away is Nierstrasz’ De strijd op Nederlands grondgebied tijdens de Wereldoorlog II. Van deze serie heeft u wellicht wel eens gehoord onder de naam de groene serie, vanwege de kleur van de omslag. Op de literatuurlijst van Bombs Away staat van deze serie standaard de Inleiding en algemeen overzicht van de gevechtsdagen van 10-19 mei 1940. Indien beschikbaar wordt ook het deel over de betreffende regio geraadpleegd. Deze serie dateert uit 1951-1963. De auteur maakte tijdens de oorlog deel uit van het Nederlandse veldleger. Hij kreeg de opdracht van de Generale Staf om de officiële geschiedschrijving van de oorlogshandelingen van de meidagen van 1940 te schrijven. Eén van de resultaten hiervan is de groene serie. De omschrijvingen in zijn serie zijn hierdoor nogal feitelijk en vol met militaire afkortingen. De bewezen effectiefste methode om deze serie te raadplegen is door te starten met het openvouwen van de uitgebreide kaartencollectie, zoals toegevoegd aan elk deel. Op deze kaarten is nauwkeurig aangegeven welke Nederlandse, maar ook Duitse en Franse, eenheden zich op welke dag waar bevonden. De kaarten geven een nauwkeurig beeld van de troepenverplaatsingen tijdens de meidagen van 1940. Zodra vastgesteld is welke troepen wanneer aanwezig waren of hebben gevochten in de omgeving van het onderzoeksgebied tijdens de meidagen in 1940, kun je met die gegevens zoeken in het tekstdeel van de serie.

 

Vanuit de literatuur naar het archief

Als er heftig gevochten is in (de omgeving van) het onderzoeksgebied, dan wordt dat vaak bevestigd in andere literatuur en bronnen. Nierstrasz raadplegen is echter zeer nuttig, omdat hierdoor duidelijk wordt welke Nederlandse eenheden voor het onderzoeksgebied van belang waren. Op 14 mei 1940, voor de landelijke capitulatie, kregen de bevelvoerende officieren de opdracht om al hun mobilisatie- en oorlogsarchieven te vernietigen. Toen luitenant-kolonel J.J.C.P. Wilson, voormalig chef Operatiën van het Algemeen Hoofdkwartier, in de zomer van 1940 wilde aanvangen met de geschiedschrijving van de meidagen, had hij geen schriftelijke bronnen. De officieren, die een paar maanden eerder hun archief hadden moeten vernietigen, werd gevraagd om verslag te doen van de operaties op basis van hun herinneringen. Ook aan de onderofficieren en soldaten werd dit gevraagd. Dit resulteerde in de (gedigitaliseerde) collectie 409 Gevechtsverslagen en -rapporten mei 1940 van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH). Door de grondige bestudering van Nierstrasz kaarten en bijbehorende teksten kan in deze collectie gericht gezocht worden naar de rapporten van de (onder)officieren en soldaten die in of nabij het onderzoeksgebied hebben gevochten in de meidagen van 1940. Stapje voor stapje ontstaat zo een overzicht van de – vaak complexe en chaotische – oorlogshandelingen in en nabij het onderzoeksgebied in de meidagen van 1940 op basis van de verplichte bron ‘literatuur’.

 

Tekst: Leoniek Vrielink MA, historicus Bombs Away B.V.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *