Slachtoffers bij opruimen munitie WOII

Slachtoffers bij opruimen munitie WOII

Op 14 februari vond in Luxemburg een dodelijk ongeluk met een conventioneel explosief uit de Tweede Wereldoorlog plaats. Twee sergeanten kwamen hierbij om het leven. Twee anderen raakten gewond, waarvan één volgens het laatste nieuws op 15 februari nog in kritieke toestand lag. Het ongeluk gebeurde in de hangar van het militaire kamp Waldhof. Het onderzoek naar de oorzaak en het type explosief loopt nog.

Explosieven afkomstig van twee wereldoorlogen

In Nederland liggen nog veel explosieven uit de Tweede Wereldoorlog in de bodem, maar bij onze zuiderburen hebben ze ook nog te maken met explosieven uit de Eerste Wereldoorlog. Hoewel deze explosieven al sinds 1914-1918 in de grond liggen, is het gevaar echter nog niet geweken. In België ligt veel munitie uit de Eerste Wereldoorlog in de bodem, doordat daar vier jaar lang een heftige loopgravenoorlog woedde.

België

Explosieven uit de Eerste Wereldoorlog zorgden recentelijk nog voor dodelijke slachtoffers in België. In Ieper overleden bijvoorbeeld twee personen tijdens grondwerkzaamheden op een bedrijventerrein. Nadat de granaat ontploft was werd daar nog een tweede granaat aangetroffen. Deze werd onschadelijk gemaakt door de Belgische variant van de EODD, de DOVO (Dienst voor de Opruiming en Vernietiging van Ontploffingstuigen).

In mei 2018 ontplofte in Tielt een ‘obus’ (granaat). Dit conventionele explosief was gevonden in Oostrozebeke door een medewerker van een grondwerkbedrijf. De man nam zijn vondst na het werk mee naar huis en probeerde het open te slijpen. Dit werd hem fataal.

Professionals

In Luxemburg gebeurde het ongeluk deze week met medewerkers van de explosievenopruimingsdienst. Dat het ongeluk deze professionals overkwam is niet uniek. In 2012 waren de medewerkers van de DOVO bezig om pyrotechnische munitierestanten uit een vrachtwagen te halen. Pyrotechniek is een proces waarbij een snelle of explosieve verbranding plaatsvindt. Toen deze munitierestanten op het schietterrein te Helchteren werden uitgeladen, vond er zelfontbranding van een conventionele explosief plaats. Zeven professionals raakten gewond bij dit incident. De betrokken adjudant overleed later in het ziekenhuis aan zijn verwondingen.

Nederland

Helaas komen dergelijke ongelukken met explosieven uit de Tweede Wereldoorlog ook in Nederland nog voor. Vooral Noordzeevissers zijn hiervan de dupe. In 2005 kwamen drie vissers aan boord van de visserskotter OD-1 Maarten Jacob uit Ouddorp (Zuid-Holland) om het leven. Om schol en tong te kunnen vangen sleepten ze hun netten over de zeebodem. Ze visten daarbij ook een 250 ponder (met ongeveer 50 kg springstof) op. Normaal gesproken wordt het conventionele explosief terug in zee geplaatst, gemarkeerd met een boei en geruimd door de Duik- en Demonteergroep van de Koninklijke Marine. Hier kregen de vissers deze keer de kans niet toe; het explosief viel uit het net op het dek en detoneerde ongecontroleerd. Volgens de Koninklijke Marine wordt er gemiddeld één keer per week een zeemijn of vliegtuigbom uit de Tweede Wereldoorlog opgevist.

Tekst: Leoniek Vrielink MA, historicus Bombs Away B.V.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *